Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Zakelijk engels voor mies
› 27 Sales and costs
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Zakelijk engels voor mies
, deel 1
27 Sales and costs
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Sales = The goods and services that a business sells, and the money it receives from it. To work in sales = If you have a job in sales. Sales director = Someone who is in charges of the sales department. Sales team = A team of people who work in sales. Sales meeting = When the sales director and the team of salespeople meet to discuss the results. Sales figures = Number that deal with sales. Revenue/turnover = Money from sales. Sales volume/unit sales = Number of products sold. Target = The goal that is set. Sales growth = Growth of sales. Sales forecast = Expectation of future sales. Direct costs = Costs that are directly related to providing the product, e.g. salaries. Fixed costs = Do not change when production goes down, e.g. rent, heating, etc. Variable costs = Change when production goed up or down, e.g. materials. Costs of goods sold (COGS) = Variable costs in making particular goods. Overheads, overhead costs or indirect costs = Costs that are not directly related to production, e.g. administration. Expenses/operating expenses = Some costs, especially indirect ones, are called like this. Costing = The activity of calculating costs. Costings = Amounts calculated for particular things. Selling price = The price of a product when it is going to be sold. Direct production costs = Costs of raw materials, labour, etc. Gross margin = Selling price- direct production costs. Total costs = Direct+fixed+variable+overheads Net margin = Selling price- total costs, usually given as a percentage of the selling price. Profit margin = Selling price- total costs, usually given as a percentage of the selling price. Mark-up = Selling price- total costs, is usually given as a percentage of the total costs.
Ingezonden op 09-12-2012 - 2043x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!