Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

!!A la Bartske

9 Scheikunde - Samenvatting H2 §2.1 t/m §2.5

Jaar 3 (Gymnasium)

Je kunt afval gedeeltelijk hergerbruiken(recyclen), maar dan moet je het eerst sorteren. Dat 
kan op twee verschillende manieren: 
1 Aan de bron (waar het afval ontstaat)
2 Aan het eind (vuilverwerkingsbedrijf)
Oplossing = een stof opgelost in een vloeistof
Suspensie = een fijn verdeelde vaste stof in een vloeistof
Emulsie = een fijn verdeelde vloeistof in een vloeistof
Bij centrifugeren wordt een suspensie in een buis snel rondgedraaid waardoor de vaste 
deeltjes naar de bodem zakken en de vloeistof naar boven gaat. Na de tijd giet je de 
vloeistof af. Je kunt met Centrifugeren ook emulsies scheiden.
Bij filtreren laten we een suspensie door een filter lopen. Wat achterblijft in de filter heet
het residu, en wat in de reageerbuis loopt heet het filtraat.
Bij destilleren maak je gebruik in het verschil in kookpunt. De stof die overdestilleert,dus de
stof met het laagste kookpunt heet het destillaat, en wat in de kolf achterblijft het residu.
Destilatieopstelling: http://www.kavanah.nl/basischemiedemo/layout/images/hs1-20.gif
Extraheren is een mengsel van vaste stoffen scheiden door verschil te maken van 
oplosbaarheid. Het oplosmiddel dat hierbij gebruikt word is het extractiemiddel.
Als je een mengsel scheid, dan haal je de afzonderlijke stoffen uit een mengsel. Daar zijn 
verschillende scheidingsmethoden voor, zoals centrifugeren, destileleren, extraheren
of filtreren. Lekwater is water besmet, verontreinigt water.
Bij absorberen hecht een kleurstof zich aan het oppervlak van het absorptiemiddel, zoals 
sillicagel. Door absorptiemiddel bij een verontreinigde stof te doen, kleeft het verontreinigde
(of bijvoorbeeld kleurstoffen) aan het absorptiemiddel.
Chromatograferen betekent kleurstoffen scheiden. Je kunt dan afleiden welke kleurstoffen
er in een viltstift zitten. Je doet een papiertje gevouwen in een bakje water met een stip
van de viltstift net 1 cm boven het water en laat de loopvloeistof in het papiertje lopen. Je 
maakt hierbij gebruik van verschillen in oplosbaarheid in de loopvloeistof en in 
aanhechtingsvermogen aan het papier.

Ingezonden op 22-11-2011 - 6259x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

!!A la Bartske

9 Scheikunde - Samenvatting H2 §2.1 t/m §2.5