Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Armeense woordenlijst
› 1 Armeense woordenlijst+fonetisch
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Armeense woordenlijst
, deel 1
1 Armeense woordenlijst+fonetisch
Jaar 1 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Բարև ձեզ։ = hallo {barew dzez} Ողջույն/ բարև։ = hoi {wog·tsjoejn / barew} Բարի օր։ = goedendag {bari or} Բարի լույս։ = goedemorgen {bari loejs} Բարի երեկո։ = goedenavond {bari jereko} Բարի գիշեր։ = goedenacht {bari gisjer} Բարի գալուստ։ = welkom {bari galoest} Անունդ ի՞նչ է։ = hoe heet je? {Anoenət intsj e?} Անունս ... է։ = ik heet... {Anoenəs ... e} Հաճելի է ծանոթանալ։ = aangenaam kennis te maken {Ha·tjeli e tsanotanal} այո = ja (formeler) {ajo} հա = ja (familiair) { ha} ոչ = nee (formeler) {wotsj} չէ = nee (familiair) { tsje} խնդրեմ = alstublieft {chən·trem} շնորհակալություն = bedankt {sjnorakaloet·joen} չարժի = graag gedaan {tsjar·zji} Ինչպե՞ս եք։ = hoe gaat het (met u/jullie)? {Intsj·pes eq?} Ինչպե՞ս ես։ = hoe gaat het (met je)? {Intsj·pes es?} Լավ, շնորհակալություն։ = goed, dank u {Law, sjnorakaloet·joen} Լավ եմ։ = het gaat wel {Law em.} Ոչ այդքան լավ։ = het gaat niet zo goed {Wotsj ajdqan law.} զրուցել = praten {zroetsel} խոսել = spreken {chosel} ասել = zeggen {asel} պատմել = vertellen {patmel} լսել = horen {ləsel} լսել/ ունկնդրել = luisteren {ləsel /oenkəndrel} ցտեսություն = tot ziens {tsə·tesoet·joen} մնաք բարով = vaarwel (meerv./u) {mnaq barow} մնաս բարով = vaarwel (enkelv.) {mnas barow} առայժմ = tot straks {arraj·zjəm} օր = dag {or} փայտ = hout { pajt} թուղթ = papier { toegt} ստվարաթուղթ = karton { stwaratoegt} մետաղ = metaal { metag} քար = steen { qar} պլաստմասսա = plastic { plastmassa} ռետին = rubber { rretin} ապակի = glas { apaki} հեղուկ = vloeistof { hegoek} հեղուկ = vloeibaar { hegoek} պինդ մարմին = vaste stof { pind marmin} պինդ = vast { pind} պինդ = gas { Gaz} փոշի = stof (het) { posji} նյութ = stof (de) { njoet} տեքստիլ = textiel { tekstil} բուրդ = wol { boert} բամբակ = katoen { bambak} կաշի = leer { kasji} կարմիր = rood { karmir} դարչնագույն = bruin { dartsj·naGoejn} նարնջագույն = beige { narən·dzjaGoejn} դեղին = geel { degin} կանաչ = groen { kanatsj} կապույտ = blauw { kapoejt} վարդագույն = roze { wartaGoejn} մանուշակագույն = paars { manoesjakaGoejn} սպիտակ = wit { spitak} սև = zwart { sew} մոխրագույն = grijs { mochraGoejn} երկաթ = ijzer { jerkat} պողպատ = staal { pogpat} չժանգոտվող պողպատ = roestvrij staal { tsjəzjanGotwog pogpat} համաձուլվածք = legering { hamadzoelwatsq} պղինձ = koper { pə·gindz} ալյումին = aluminium { aljoemin} սնդիկ = kwik { səndik} կապար = lood { kapar} ոսկի = goud { woski} արծաթ = zilver { artsat} պլատին = platina { platin} ցինկ = zink { tsink} նիկել = nikkel { nikel} բրոնզ = brons { bronz} անագ = tin { anaG} ընտանիք = gezin { əntaniq} հայր = vader { hajr} մայր = moeder { majr} երեխա = kind { jerecha} որդի = zoon { wortie} դուստր = dochter { doestər} եղբայր = broer { jegpajr} քույր = zus { qoejr} պապիկ = grootvader { papik} տատիկ = grootmoeder { tatik} տատիկ ու պապիկ = grootouders { tatik oe papik} թոռնիկ = kleinkind { torrnik} թոռնիկ = kleinzoon { torrnik} թոռնուհի = kleindochter { torrnoehie} հորեղբայր = oom (broer van je vader) { horegpajr} քեռի = oom (broer van je moeder) { qerri} հորաքույր = tante (zus van je vader) { horaqoejr} մորաքույր = tante (zus van je moeder) { moraqoejr} եղբորորդի = neef (kind van je broer) { jegpor·orti} քրոջորդի = neef (kind van je zus) { qrotsj·orti} եղբոր աղջիկ = nicht (kind van je broer) { jegpor agtsjik} քրոջ աղջիկ = nicht (kind van je zus) { qrotsj agtsjik} զարմիկ = neef (kind van je oom of tante) { zarmik} զարմուհի = nicht (kind van je oom of tante) { zarmoehi} ամուսին = man (echtgenoot) { amoesin} սկեսրայր = schoonvader (vader van je man) { skesrajr} աներ = schoonvader (vader van je vrouw) { aner} սկեսուր = schoonmoeder (moeder van je man) { skesoer} զոքանչ = schoonmoeder (moeder van je vrouw) { zoqantsj} տեգր = zwager (broer van echtgenoot) { teqr} աներձագ = zwager (broer van echtgenote) { anerdzaq} փեսա = zwager (echtgenoot van je zuster) { pessa} տալ = schoonzus (zus van echtgenoot) { tal} քենի = schoonzus (zus van echtgenote) { qeni} հարս = schoonzus (echtgenote van je broer) { hars} ընկեր = vriend (vriendschappelijk) { ənker} ընկերուհի = vriendin (vriendschappelijk) { ənkeroehie} ընկեր / սիրած տղա = vriend (liefde) { ənker/ sirats tga} ընկերուհի / սիրած աղջիկ = vriendin (liefde) { ənkeroehi/ sirats agtsjik} հարևան = buur { harewan} հարևան = buurman { harewan} հարևանուհի = buurvrouw { harewanoehie} ծանոթ = kennis { tsanot } գործընկեր = collega { Gortsənker} բարեկամ = kameraad { barekam} ախպեր = makker { achper} ուղեկից = reisgenoot { oegekits} կյանք = leven (zelfstandig naamwoord) { kjanq} ապրել = leven (werkwoord) { aprel} ըմբռնում = conceptie { əmbərr·noem} ծնունդ = geboorte { tsənoend} ծնվել = geboren worden { tsənwel} երիտասարդ = jongere { jeritasard} ուսանող = student { oesanog} աշխատել = werken { asj·chatel} կարիերա = carrière, loopbaan { kari·era} միջին տարիք = middelbare leeftijd { mitsjin tariq} միջին տարիքային ճգնաժամ = midlife crisis { mitsjin tariqajin tjəqnazjam} անցում = overgang { antsoem} թոշակ = pensioen { tosjak} տարեց = bejaarde { tarets} ծերանոց = bejaardentehuis { tseranots} մահ = dood { mah} մահանալ = sterven { mahanal} հուղարկավորություն = begrafenis { hoegarkaworoet·joen} դիակիզում = crematie { diakizoem} դիահերձում = ontbinding { diaherdzoem} ապրի՛ր օրվա կյանքով = pluk de dag { aprir orwa kjanqow} հիշի՛ր մահդ = gedenk te sterven { hisjir mahət} Ուտենք, խմենք, վաղը մեռնել կա։ = laten we eten en drinken, want morgen zijn we dood { oetenq, chmenq, wagə merrnel ka} հացթուխ = bakker { hats·toech} մսագործ = slager { msagorts} խոհարար = kok { choharar} ներկարար = schilder { nerkarar} ոստիկան = politie-agent { wostikan} պաշտոնյա = ambtenaar { pasj·tonja} ուսուցիչ = leraar { oesoetsitsj} դերասան = acteur { derasan} քաղաքական գործիչ = politicus { qagaqakan gortsitsj} գործարար = ondernemer { gortsarar} փոստատար = postbode { postatar} բժիշկ = arts { bəzjisjk} անասնաբույժ = dierenarts { anasnabujzj} օդաչու = piloot { otatsjoe} վաճառող = verkoper { watjarog} ֆերմեր = boer { fermer} վարորդ = chauffeur { warort} ճարտարապետ = architect { tjartarapet} բանվոր = arbeider { banwor} տնօրեն = directeur { tənoren} փականագործ = loodgieter { pakanaGorts} ինժեներ = ingenieur { inzjener} լրագրող = journalist { lraGrog} վարսահարդար = kapper { warsahardar} բուժքույր = verpleegkundige { boezj·qoejr} արվեստագետ = kunstenaar { arwestaGet} անշարժ գույքի գործակալ = makelaar { ansjarzj Goejqi Gortsakal} մենեջեր = manager { menedzjer} զինվորական = militair { zinworakan} պրոֆեսոր = professor { profesor} գիտնական = wetenschapper { Gitnakan} նոտար = notaris { notar} հոգեբան = psycholoog { hoqeban} հավաքարար = schoonmaker { hawaqarar} բանավոր թարգմանիչ = tolk { banawor tarqmanitsj} թարգմանիչ = vertaler { tarqmanitsj} սիրել = houden van { sirel} սիրահարվել = verliefd zijn { siraherwel} ընկեր = vriend { ənker} ընկերուհի = vriendin { ənkeroehi} ժամադրություն = afspraakje { zjamadroet·joen} Ես սիրում եմ քեզ։ = ik hou van jou! { jes siroem em qez} Ես էլ քեզ։ = ik ook van jou! { jes el qez} համբույր = zoen, kus { hampoejr} համբուրվել = zoenen, kussen { hampoerwel} համբույր = tongzoen { hampoejr} սիրային նամակ = liefdesbrief { sirajin namak} պատանեկան սեր = kalverliefde { patanekan ser} Վալենտինի օր = valentijnsdag { Walentini or} Սուրբ Սարգսի տոն = sint sargisdag (armeense valentijnsdag) { soerp sarGsi ton} նշանված = verloofd { nəsjanwats} ուրախություն = blijdschap { oerachoet·joen} բարկություն = boosheid { barkoet·joen} վիշտ = verdriet { wisjt} զարմանք = verbazing { zarmanq} քաջություն = moed { qadzjoet·joen} վախկոտություն = lafheid { wachkotoet·joen} վախ = angst { wach} զայրույթ = drift { zajroejt} երջանկություն = geluk { jerdzjankoet·joen} սեր = liefde { ser} ատելություն = haat { ateloet·joen} ամոթ = schaamte { amot} քաղց = honger { qagts} ծարավ = dorst { tsaraw} ուրախ = blij { oerach} բարկացած = boos { barkatsats} տխուր = verdrietig { tchoer} զարմացած = verbaasd { zarmatsats} քաջ = moedig { qadzj} վախկոտ = laf { wachkot} վախեցած = bang { wachetsats} զայրացած = driftig { zajratsats} երջանիկ = gelukkig { jerdzjanik} ծիծաղել = lachen { tsitsagel} լաց լինել = huilen { lats linel} բարձրահասակ = lang { bar·dzrahasak} ցածրահասակ = kort { tsatsrahasak} երկար մազեր = lang haar { jerkar mazer} կարճ մազեր = kort haar { kartj mazer} խոպոպներ = krullen { chopopner} շիկահեր = blond haar { sjikaher} կարմրահեր = rood haar { karmraher} թխահեր = bruin haar { tchaher} սևահեր = zwart haar { sewaher} ալեհեր = grijs haar { aleher} կապուտաչյա = blauwe ogen { kapoetatsj·ja} կանաչ աչքեր = groene ogen { kanatsj atsjqer} թխաչյա = donkere ogen { tchatsj·ja} ակնոց = bril { aknots} բեղ = snor { beg} մորուք = baard { moroeq} ամուսնանալ = trouwen { amoesnanal} Համաձա՞յն ես ամուսնանալ ինձ հետ։ = wil je met me trouwen? { Hamadzajn es amoesnanal indz het?} Այո, համաձայն եմ։ = ja, ik wil { Ajo, hamadzajn em} հարս = bruid { hars} փեսա = bruidegom { pesa} մինչև մահը մեզ բաժանի = tot de dood ons scheidt { mintsjew mahə mez bazjani} ամուսնական մատանի = trouwring { amoesnakan matani} ամուսնական ճանապարհորդություն = huwelijksreis { amoesnakan tjanaparortoet·joen} ամուսնացած = getrouwd { amoesnatsats} ամուսնության օր = trouwdag { amoesnoetjan or} հղիություն = zwangerschap { hgi·oet·joen} հղի = zwanger { hgi} ծննդաբերություն = bevalling { tsənəndaberoet·joen} նորածին, ծծկեր = baby, zuigeling { noratsin, tsətsker} մանկիկ = peuter { mankik } մանուկ = kleuter { manoek } պատանի = tiener { patani} արբունք = puberteit { arpoenq} դեռահաս = puber { derrahas} դաստիարակություն = opvoeding { dastiarakoet·joen} դաստիարակել = opvoeden { dastiarakel} նախկին ամուսին = ex-man { nachkin amoesin} նախկին կին = ex-vrouw { nachkin kin} Ես ատում եմ քեզ։ = ik haat je! { jes atoem em qez} Ես էլ քեզ։ = ik jou ook! { jes el qez} Գրողի ծոցը կորի՛ր։ = val dood! { Grogi tsotsə korir} փաստաբան = advocaat { pastaban} գույքի բաժանում = inboedelverdeling { Goejqi bazjanoem} երեխաներին այցելելու պայմանավորվածություն = omgangsregeling { erechanerin ajtseleloe pajmanaworwatsoet·joen} ալիմենտ = alimentatie { aliment} խնամակալություն = voogdij { chnamakaloet·joen} մահացած = dood (bijwoord) { mahatsats} մահ = dood (zelfstandig naamwoord) { mah} հուղարկավորություն/ թաղում = begrafenis { hoegarkaworoetjun/ tagoem} գերեզմանատուն = kerkhof, begraafplaats { gerezmanatoen} բնական մահ = natuurlijke dood { bnakan mah} էֆտանազիա = euthanasie { eftanazia} ինքնասպանություն = zelfmoord { inqnaspanoet·joen} սուգ = rouw { soeq} սգալ = rouwen { səqal} զրո = nul {z´ro} մեկ = een {mek} երկու = twee {yerku} երեք = drie {yereq} չորս = vier {chors} հինգ = vijf {hing} վեց = zes {vets} յոթ = zeven {yot} ութ = acht {ut} ինը = negen {in´} տաս = tien {tas} տասնմեկ = elf {tasn´mek} տասներկու = twaalf {tasn´yerku} տասներեք = dertien {tasn´yereq} քսան = twintig {q´san} երեսուն = dertig {yeresun} քառասուն = veertig {qarasun} հիսուն = vijftig {hisun} վաթսուն = zestig {vatsun} յոթանասուն = zeventig {yotanasun} ութսուն = tachtig {utsun} իննասուն = negentig {inn´sun} հարյուր = honderd {harur} երկու հարյուր = tweehonderd {yerku harur} հազար = duizend {hazar} Երկուշաբթի = maandag {yergoosjapti} Երեքշաբթի = dinsdag {yereksjapti} Չորեքշաբթի = woensdag {dzoreksjapti} Հինգշաբթի = donderdag {hinksjapti} Ուրբաթ = vrijdag {oerpat} Շաբաթ = zaterdag {sjapat} Կիրակի = zondag {giragi} հունվար = januari {hunwar} փետրվար = februari {peterwar} մարտ = maart {mart} ապրիլ = april {april} մայիս = mei {majis} հունիս = juni {hunis} հուլիս = juli {hulis} օգոստոս = augustus {ogostos} սեպտեմբեր = september {september} հոկտեմբեր = oktober {hoktember} նոյեմբեր = november {nojember} դեկտեմբեր = december {dektember} գարուն = lente {karoen} ամառ = zomer {amar} աշուն = herfst {aschoen} ձմեռ = winter {dsmer} Շնորհավոր Ծնունդ = Gefeliciteerd (verjaardag) {Shnorhavor Tsnund} Շնորհավոր Նոր Տարի = Gelukkig nieuwjaar {Shnorhavor Nor Tari} Շնորհավոր Սուրբ Ծնունդ = Vrolijke kerst {Shnorhavor Surb Tsnund} Հաջողություն = Veel geluk {Hajoghut’yun} Շնորհավորանքներս = Gefeliciteerd (algemeen) {Shnorhavorank’ners} գիրք = boek {girk} գրքեր = boeken {grkyer} ավտոմեքենա = auto {avtomekena} ավտոմեքենաներ = auto's {avtomekenaner} ծառ = boom {tsarr} ծառեր = bomen {tsarrer} ծաղիկ = bloem {tsaghik} ծաղիկներ = bloemen {tsaghikner} սև = zwart {sev} մոխրագույն = grijs {mokhraguyn} սպիտակ = wit {spitak} կապույտ = blauw {kapuyt} կանաչ = groen {kanatsh} դեղին = geel {deghin} կարմիր = rood {karmir} դարչնագույն = bruin {darch’naguyn} վերնաշապիկ = shirt {vernashapik} բրդյա վերնաշապիկ = trui {brdya vernashapik} կարճազգեստ = jas {karchazgest} գուլպաներ = sokken {gulpaner} կոշիկներ = schoenen {koshikner} անդրավարտիք = broeken {andravartik’} պիժամա = piyama {pizhama} գոտի = riem {goti} ներքնազգեստ = ondergoed {nerk’nazgest} գլխարկ = hoed {glkhark} շրջազգեստ = rok {shrjazgest} օդանավակայան = vliegveld {odanavakayan} օդանավ = vliegtuig {odanav} գնացք = trein {gnats’k’} օդանավակայան = luchthaven {odanavakayan} տաքսի = taxi {tak’si} ավտոբուս = bus {avtobus} ավտոմեքենա = auto {avtomek’yena} տոմս = ticket {toms} հյուրանոց = hotel {hyuranots’} ամրագրում = reservering {amragrum} անձնագիր = paspoort {andznagir} բագաժ = bagage {bagazh} զբոսաշրջություն = toerisme {zbosashrjut’yunAudio} գրքեր = boeken {grk’yer} գրիչ = pen {grich’} բառարան = woordenboek {barraran} գրադարան = bibliotheek {gradaran} գրասեղան = bureau {graseghan} ուսանող = student {usanogh} ուսուցիչ = leraar {usuts’ich’} աթոռ = stoel {at’vorr} թուղթ = papier {t’ught’} էջ = bladzijde {ej} մատիտ = potlood {matit} հարց = vraag {harts’} բժիշկ = dokter {bzhishk} դեղեր = medicijnen {degher} դեղատուն = apotheek {deghatun} հիվանդանոց = ziekenhuis {hivandanots’} շտապ օգնության մեքենա = ambulance {shtap ognut’yan mek’yena} թույն = gif {t’uyn} Օգնեցեք ինձ: = help {Ognets’yek’ indz} վտանգ = gevaar {vtang} պատահար = ongeluk {patahar} ոստիկանություն = politie {vostikanut’yun} գլխացավ = hoofdpijn {glkhats’av} ստամոքսի ցավ = buikpijn {stamok’si ts’av} զուգարան = toilet {zugaran} մահճակալ = bed {mahchakal} ննջարան = slaapkamer {nnjaran} ափսե = meubels {ap’se} տուն = huis {tun} խոհանոց = leuken {khohanots’} ափսե = bord {ap’se} սառնարան = koelkast {sarrnaran} սենյակ = kamer {senyak} սեղան = tafel {seghan} պատուհան = raam {patuhan} հեռուստացույց = televisie {herrustats’uyts’} արաբերեն = arabisch {araberen} չինարեն = chinees {ch’inaren} անգլերեն = engels {angleren} ֆրանսերեն = frans {franseren} գերմաներեն = duits {germaneren} հունարեն = grieks {hunaren} պորտուգալերեն = portugees {portugaleren} հնդկերեն = hindi {hndkeren} իտալերեն = italiaans {italeren} ճապոներեն = japans {chaponeren} ռուսերեն = russisch {rruseren} իսպաներեն = spaans {ispaneren} շվեդերեն = zweeds {shvederen} Մարոկկո = marokaans {Marokko} Չինաստան = china {Ch’inastan} Անգլիա = engeland {Anglia} Ֆրանսիա = frankrijk {Fransia} Գերմանիա = duitsland {Germania} Հունաստան = griekenland {Hunastan} Պորտուգալիա = portugal {Portugalia} Հնդկաստան = india {Hndkastan} Իտալիա = italie {Italia} Ճապոնիա = japan {Chaponia} Ռուսաստան = rusland {Rrusastan} Իսպանիա = spaans {Ispania} Շվեդիա = zweeds {Shvedia} և = en {yev} վեր = boven {ver} տակ = onder {tak} առաջ = voor {arraj} հետո = achter {heto} առջև = tegenover {arrjev} հետևում = behind {hetevum} հեռու = very {herru} մոտ = bij {mot} մեջ = in {mej} ներսում = binnen {nersum} դրսում = buiten {drsum} հետ = met {het} առանց = zonder {arrants’} մասին = over {masin} միջև = tussen {mijev} բայց = maar {bayts’} համար = voor {hamar} -ից = van {Its’} դեպի = naar {depi} Ինչպես? = hoe? {Inch’pes?} Ինչ? = wat? {Inch’?} Ով? = wie? {Ov?} Ինչու? = waarom? {Inch’u?} Որտեղ? = waar? {Vortegh?} այժմ = nu {ayzhm} երեկ = gisteren {yerek} այսօր = vandaag {aysor} այս գիշեր = vanavond {ays gisher} վաղը = morgen {vaghy} շուտով = binnenkort {shutov} արագ = snel {arag} դանդաղ = langzaam {dandagh} միասին = samen {miasin} շատ = heel (erg) {shat} գրեթե = bijna {gret’ye} միշտ = altijd {misht} սովորաբար = gewoonlijk {sovorabar} երբեմն = soms {yerbemn} հազվադեպ = bijna nooit {hazvadep} երբեք = nooit {yerbek’} ես = ik {yes} Դուք = jij {Duk’} նա = hij {na} նա = zij {na} մենք = wij {menk’} նրանք = zij {nrank’} ինձ = mij {indz} Ձեզ = u {Dzez} նրան = hem {nran} նրան = haar {nran} մեզ = ons {mez} նրանց = zij/hen {nrants’} իմ = mijn {im} Ձեր = jou(w) {Dzer} նրա = zijn {nra} նրա = haar {nra} մեր = ons {mer} նրանց = hun {nrants’}
Ingezonden op 21-04-2012 - 4944x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Dit is dezelfde lijst als de voorgaande lijst, alleen nu zit er ook een fonetisch voorbeeld bij.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!